Want to make creations as awesome as this one?

Transcript

Afgekapt

Thijs Menke, Lieuwe Wiegersma & Arjen Visser

Over het klimaat, het kappen van bomen en de heide in Nederland

Bossen staan onder druk in Nederland. In de periode 2013-2017 is er meer bos verdwenen dan erbij is gekomen. Vreemd, want bomen hebben een rol gekregen in verschillende klimaatakkoorden. Waar eerder bomen stonden, is nu vaak heide te vinden. Dit natuurtype wordt meestal aangelegd met als doel de biodiversiteit te bevorderen, maar helpt de heide wel echt om meer biodiversiteit te creëren? We hebben drie routes uitgestippeld waarop je allerlei informatie tot je kunt nemen over deze kwestie.Route A trekt door een stuk bos. Onderweg kun je veel leren over bomen en het klimaat. Want helpen bomen wel echt met het oplossen van het klimaatprobleem? Bosecologen zijn verdeeld.Route B is veel kaler. Er wordt volop gekapt, maar waarom? Verschillende deskundigen geven tekst en uitleg en er worden vraagtekens gezet bij het huidige bosbeleid.Route C gaat door de heide. Op deze route kun je een hoop informatie vinden over dit natuurtype. Is de heide wel echt zo belangrijk dat er bomen voor gekapt moeten worden?Uiteraard kun je ook alle routes nemen voor de volledige beleving.Voordat je op pad gaat, raden wij je aan eerst de instructie te lezen

Route a

Route c

Route b

instructie

Je kunt je tocht voortzetten door te klikken op de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Bovenin kun je zien op welke route je zit. Klik je op de letter, dan ga je weer terug naar het begin van die route. Klik je op 'Terug naar het begin', dan kom je weer op deze pagina terecht. Mocht je alle routes willen doorlopen, dan kun je gewoon gebruikmaken van de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Aan het eind van een route ga je dan automatisch door naar de volgende route.

Je kunt je tocht voortzetten door te klikken op de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Bovenin kun je zien op welke route je zit. Klik je op die letter, dan ga je weer terug naar het begin van die route. Klik je op 'Terug naar het begin', dan kom je weer op deze pagina terecht. Mocht je alle routes willen doorlopen, dan kun je gewoon gebruikmaken van de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Aan het eind van een route ga je dan automatisch door naar de volgende route.

Je kunt je tocht voortzetten door te klikken op de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Bovenin kun je zien op welke route je zit. Klik je op die letter, dan ga je weer terug naar het begin van die route. Klik je op 'Terug naar het begin', dan kom je weer op deze pagina terecht. Mocht je alle routes willen doorlopen, dan kun je gewoon gebruikmaken van de pijlen aan de zijkant van iedere pagina. Aan het eind van een route ga je dan automatisch door naar de volgende route.

Bomen nemen CO2 op. Ze worden daarom volop ingezet om te helpen met het oplossen van het klimaatprobleem, maar is dat wel realistisch? Kunnen ze wel opboksen tegen alle uitstoot van de industrie? Sommige bosecologen vragen zich af of we bomen überhaupt moeten inzetten voor het klimaat. Zij denken dat we het klimaatprobleem beter bij de kern aan kunnen pakken, dan door middel van bomen.

Bomen en het klimaat

In dit gedeelte kun je informatie krijgen over de volgende zaken:- Hoe werkt een boom? En wat is fotosynthese?- Hoeveel CO2 leggen verschillende boomsoorten vast?- Hoeveel bomen zijn er nodig om uitstoot te compenseren?- Moeten bomen het klimaatprobleem oplossen? Wat staat er in de verschillende klimaatakkoorden over bomen en bos?- Vinden bosonderzoekers dat bomen moeten helpen met het oplossen van het klimaatprobleem?- Wat vindt de politiek van bomen en bos?

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

Net als planten gebruiken bomen fotosynthese om te groeien. Bij dit proces neemt een boom via de bladeren CO2 op. Daarnaast neemt een plant water op uit de grond en energie uit zonlicht. Met deze ‘ingrediënten’ maakt een boom suiker. Hierdoor kan een boom groeien. De boom geeft een deel van de zuurstof terug aan de atmosfeer en blijft de koolstof vasthouden. Zo kunnen bomen dus potentieel ingezet worden om de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer te verminderen.

Energie

Water

CO2

Zuurstof

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

Hoeveel CO2 een boom kan vastleggen verschilt van soort tot soort. Er moet ook rekening mee gehouden worden dat er snelgroeiende en langzaamgroeiende soorten zijn. De ene boom kan in korte tijd wel heel veel CO2 vastleggen, maar dat vlakt dan na verloop van tijd weer af. Andere bomen leggen jaarlijks misschien veel minder CO2 vast, maar die bomen blijven dat misschien wel veel langer doen. De Universiteit Wageningen rekende uit hoeveel CO2 verschillende boomsoorten jaarlijks opnemen. De resultaten zijn als volgt.

Deze grafiek geeft inzicht in hoeveel ton CO2-equivalenten (een CO2-equivalent is een maat om aan te geven hoeveel een broeikasgas bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De uitstoot van 1 KG CO2-eq staat gelijk aan de uitstoot van 1 KG CO2) een hectare van een bepaalde boomsoort jaarlijks vastlegt. De cijfers zijn een gemiddelde over de eerste 50 levensjaren van de boom. Van deze boomsoorten komt de Douglas ‘als beste uit de test.’ Jaarlijks legt een hectare Douglasbomen 12 ton CO2-eq vast.

Hoeveel bomen zijn er nodig om uitstoot te compenseren?

Klik op de icoontjes voor het antwoord

Een jaar lang autorijden

Een retourvlucht Amsterdam-New York nemen

De totale uitstoot van Nederland in 2019

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

Om een jaar autorijden te compenseren, moet je..... 0,48 hectare aan populieren planten of 0,81 hectare aan ruwe berken planten of 0,32 hectare aan fijnsparren planten

We zijn hiervoor uitgegaan van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Volgens het CBS rijdt een gemiddelde autorijder 13.000 kilometer per jaar. De meeste kilometers worden gereden in een benzineauto met een verbruik van 1 op 14. Voor 13.000 kilometer is er dan 928,5 liter benzine nodig. Per liter benzine wordt 2,8 KG CO2 uitgestoten. Dit betekent dat een gemiddelde autorijder jaarlijks 2,6 ton CO2 uitstoot.

Om een retourvlucht Amsterdam - New York te compenseren, moet je.... 0,51 hectare aan fijnsparren planten of 1,19 hectare aan ruwe berken planten

Om de totale uitstoot aan broeikasgassen in Nederland te compenseren, moet je..... (Let op: 1 raster staat voor 100.000 hectare) 15.208.333 hectare aan Douglassen planten!

Hiervoor hebben we gekeken naar de uitkomsten van een onderzoek van het CBS in samenwerking met het RIVM en de Emissieautoriteit. Hieruit bleek dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2019 182,5 Mton CO2-eq bedroeg.

Moeten bomen dan het klimaatprobleem oplossen?

Natuurlijk weten de opstellers van de verschillende klimaatakkoorden ook dat bomen over de gunstige eigenschap beschikken om CO2 uit de atmosfeer vast te leggen. Bomen worden dan ook volop benoemd in verschillende klimaatakkoorden. Welke maatregelen worden er dan genomen rondom bomen en bos? Klik op de icoontjes om erachter te komen.

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

In 2015 werd tijdens de klimaatconferentie van Parijs bepaald dat de opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot minder dan 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Meer dan 180 landen ratificeerden het verdrag dat uit de conferentie voortkwam, onder hen ook Nederland. Met betrekking tot bomen en bos wordt er in het Klimaatakkoord van Parijs vooral gesproken in algemeenheden. Zo moeten de deelnemende landen zich onder meer inzetten om de bestaande reservoirs aan broeikasgassen (stocks) te behouden. Met andere woorden: ontbossing moet worden tegengegaan. De ondertekenaars worden verder aangemoedigd om initiatieven te steunen die duurzaam bosbeheer beogen. De Nederlandse regering heeft in reactie op het Klimaatakkoord van Parijs een nationaal Klimaatakkoord opgesteld. Op deze manier hoopt Nederland zijn bijdrage te leveren aan het halen van de doelstelling van 'Parijs'.

In het nationaal Klimaatakkoord staan allerlei maatregelen met als doel de negatieve effecten voor het klimaat te verminderen. Als hoofdambitie werd geformuleerd dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 teruggedrongen moet zijn met 49 procent ten opzichte van de uitstoot in 1990. Bomen en bos spelen ook een rol in het nationaal Klimaatakkoord. Er werden maatregelen opgesteld die moeten leiden tot een klimaatwinst van ten minste 0,4 Mton CO2-eq per jaar. Het streven is om in 2030 zelfs 0,8 Mton CO2-eq klimaatwinst per jaar te hebben. Om deze doelstelling te halen werd onder andere bepaald dat er een bossenstrategie komt. Deze strategie zou moeten zorgen voor ‘meer samenhang in het beleid voor bossen, natuur en klimaat’. In het Klimaatakkoord werd verder afgesproken dat het Rijk 51 miljoen euro reserveert om onder andere een aanpak op te stellen om ontbossing zoveel mogelijk tegen te gaan.

De Bossenstrategie wordt later dit jaar verwacht, maar minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft enkele doelen en ambities alvast geformuleerd. De officiële hoofdambitie van de Bossenstrategie is: ‘het bos met haar verschillende functies door te geven aan toekomstige generaties’. Een van de belangrijkste maatregelen om dit te bereiken is om 10 procent meer bos te hebben in Nederland in 2030. Dit betekent dat er ongeveer 37.000 hectare bos bij moet. Daarnaast wil men het bos vitaler maken. Om dat te bereiken wil men gevarieerde bossen hebben. Dit betekent dat er bomen van allerlei leeftijden in een bos moeten staan en dat een bos bovendien uit meerdere boomsoorten moet bestaan. Op deze manier zijn bossen ook beter bestand tegen ziekten en plagen. Ten derde wil men meer ‘houtige landschapselementen’ buiten het bos. Dit zijn in de eerste plaats natuurlijk bomen en struiken, maar ook een pad van houtsnippers valt hier bijvoorbeeld onder. Het voordeel van deze houtige landschapselementen is dat zij koolstof nog een tijd vast kunnen houden. Bij deze maatregel wordt verder afgesproken dat provincies in hun omgevingsvisies opnemen dat bomen een verplicht onderdeel worden in nieuwe wijken. De laatste maatregel heeft betrekking op het gebruik van hout. In de Bossenstrategie wordt verrassend genoeg gesteld dat een toename van de houtproductie nodig is. De redenen die hiervoor genoemd worden zijn vooral politiek en financieel van aard: Nederland zou zo namelijk een betere positie krijgen in het debat over duurzame houtproductie en een toename van de houtproductie zou leiden tot meer inkomsten voor de financiering van het bosbeheer. Verder wordt afgesproken dat hout minder gebruikt gaat worden voor biomassa, maar meer in constructies. Dit omdat het hout koolstof nog jaren vast zou houden.

Luyssaert

Sebastiaan Luyssaert gaat niet in mee met de stelling dat bomen ingezet moeten worden bij het halen van de klimaatdoelstellingen, al erkent hij dat bomen koolstof vast kunnen leggen: "Bossen slaan koolstof op en daar hoef je weinig voor te doen. Daarom krijgt het veel aandacht van de pers en willen landen bomen ook inzetten om onze problemen op te lossen. Hierbij wordt echter vaak vergeten dat je land in een bepaalde conditie moet brengen om bomen te laten groeien." Luyssaert geeft aan dat bomen water en energie nodig hebben. Dit heeft volgens hem ook effect op het klimaat: "Kijk, een boom is niet super precies, die gaat bijvoorbeeld meer licht absorberen dan nodig is. Daardoor moet hij weer afkoelen. Een van de manieren om dat te doen, is door de warmte in de atmosfeer te brengen. Als je daar ook rekening mee gaat houden, dan is het klimaateffect van het bosbeheer hier minimaal." Luyssaert komt daarom tot de volgende conclusie: "Het is waarschijnlijk beter om onze aandacht te richten op wat we met onze bossen willen om de biodiversiteit te beschermen of om hout te produceren, dan gefocust te zijn op die minimale klimaatbijdrage van ons bos."

VU Amsterdam

Sebastiaan Luyssaert gaat niet in mee met de stelling dat bomen ingezet moeten worden bij het halen van de klimaatdoelstellingen, al erkent hij dat bomen koolstof vast kunnen leggen: "Bossen slaan koolstof op en daar hoef je weinig voor te doen. Daarom krijgt het veel aandacht van de pers en willen landen bomen ook inzetten om onze problemen op te lossen. Hierbij wordt echter vaak vergeten dat je land in een bepaalde conditie moet brengen om bomen te laten groeien." Luyssaert geeft aan dat bomen water en energie nodig hebben. Dit heeft volgens hem ook effect op het klimaat: "Kijk, een boom is niet super precies, die gaat bijvoorbeeld meer licht absorberen dan nodig is. Daardoor moet hij weer afkoelen. Een van de manieren om dat te doen, is door de warmte in de atmosfeer te brengen. Als je daar ook rekening mee gaat houden, dan is het klimaateffect van het bosbeheer hier minimaal." Luyssaert komt daarom tot de volgende conclusie: "Het is waarschijnlijk beter om onze aandacht te richten op wat we met onze bossen willen om de biodiversiteit te beschermen of om hout te produceren, dan gefocust te zijn op die minimale klimaatbijdrage van ons bos."

Luyssaert

Sebastiaan Luyssaert is kritiek wel gewend: "Ik heb tot nu toe heel weinig kritiek gekregen van mensen die dezelfde berekeningen doen. Ik heb heel veel kritiek gekregen van mensen die de berekeningen niet kunnen of niet willen doen." Ter verdediging van zijn modellen vergelijkt hij bomen met de economie: "Als je economische groei wilt, kun je ervoor kiezen om de productie te verplaatsen naar China. Maar wij vinden dat je niet alleen moet kijken naar kosten, maar ook naar arbeidsomstandigheden en of het gebeurt zonder schade aan het klimaat. Voor bomen is dat hetzelfde verhaal: je kunt enkel kijken naar CO2, maar dan wordt het een soort boekhoudkundig verhaal." Het Klimaatakkoord van Parijs gaat volgens Luyssaert ook verder dan uitstoot alleen: "The Paris Agreement gaat over de ambitie om de klimaatopwarming te beperken tot anderhalve graad en niet over het verminderen van CO2-uitstoot. We weten dat we de opwarming kunnen beperken door minder CO2 uit te stoten of door CO2 op te slaan. Als we dit doen met een natuurlijke installatie, bossen, waarvoor veel land nodig is, dan moet je naast CO2 ook rekening houden met hoeveel water we daarvoor gebruiken en hoeveel energie we opslaan op het land. Ik ben ervan op de hoogte dat deze zienswijze niet door iedereen gesteund wordt, zeker ook omdat het ervoor zorgt dat de rol van bos daardoor minder belangrijk wordt en ook de financiering voor dat soort onderzoek vermindert", sluit Luyssaert af.

VU Amsterdam

Sebastiaan Luyssaert is kritiek wel gewend: "Ik heb tot nu toe heel weinig kritiek gekregen van mensen die dezelfde berekeningen doen. Ik heb heel veel kritiek gekregen van mensen die de berekeningen niet kunnen of niet willen doen." Ter verdediging van zijn modellen vergelijkt hij bomen met de economie: "Als je economische groei wilt, kun je ervoor kiezen om de productie te verplaatsen naar China. Maar wij vinden dat je niet alleen moet kijken naar kosten, maar ook naar arbeidsomstandigheden en of het gebeurt zonder schade aan het klimaat. Voor bomen is dat hetzelfde verhaal: je kunt enkel kijken naar CO2, maar dan wordt het een soort boekhoudkundig verhaal." Het Klimaatakkoord van Parijs gaat volgens Luyssaert ook verder dan uitstoot alleen: "The Paris Agreement gaat over de ambitie om de klimaatopwarming te beperken tot anderhalve graad en niet over het verminderen van CO2-uitstoot. We weten dat we de opwarming kunnen beperken door minder CO2 uit te stoten of door CO2 op te slaan. Als we dit doen met een natuurlijke installatie, bossen, waarvoor veel land nodig is, dan moet je naast CO2 ook rekening houden met hoeveel water we daarvoor gebruiken en hoeveel energie we opslaan op het land. Ik ben ervan op de hoogte dat deze zienswijze niet door iedereen gesteund wordt, zeker ook omdat het ervoor zorgt dat de rol van bos daardoor minder belangrijk wordt en ook de financiering voor dat soort onderzoek vermindert", sluit Luyssaert af.

WUR

Bas Lerink is een voorstander van het inzetten van bomen bij het oplossen van het klimaatprobleem: "Ik ben ervan overtuigd dat bomen belangrijke spelers zijn om uiteindelijk te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Ze zijn niet alleen belangrijk voor de CO2-vastlegging in levende biomassa, maar ook voor de toevoer van hout. Dat wordt een erg belangrijke grondstof in de bio-economie."

Lerink

Bas Lerink is een voorstander van het inzetten van bomen bij het oplossen van het klimaatprobleem: "Ik ben ervan overtuigd dat bomen belangrijke spelers zijn om uiteindelijk te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Ze zijn niet alleen belangrijk voor de CO2-vastlegging in levende biomassa, maar ook voor de toevoer van hout. Dat wordt een erg belangrijke grondstof in de bio-economie."

Nabuurs

Gert-Jan Nabuurs is dat niet met hem eens. Hij vindt dat we ons wel degelijk ook zouden moeten richten op wat bomen doen voor het klimaat. Nabuurs heeft kritiek op Luyssaerts studies: "Sebastiaan maakt gebruik van een model, waarbij niet alleen CO2 meegenomen wordt, maar ook andere processen, zoals de fysieke opwarming door bomen en het water dat via verdamping door de bomen weer terugkomt in de atmosfeer. Daar is hij zwaar voor bekritiseerd. Eigenlijk streept hij het ene tegen het andere effect weg." Sebastiaan Luyssaert concludeerde samen met een groep andere onderzoekers op basis van die modellen dat bomen sinds 1750 geen extra CO2 opgenomen hebben, maar misschien zelfs bijdroegen aan het broeikaseffect. Nabuurs vindt die conclusie nogal stellig: "De modellen die voor dat onderzoek gebruikt werden, zijn erg onzeker en werden bovendien toegepast op een erg groot gebied. Ik denk dat het allemaal erg onzeker is of die conclusie de juiste is, maar goed, er zijn ook andere visies."

WUR

Gert-Jan Nabuurs is dat niet met hem eens. Hij vindt dat we ons wel degelijk ook zouden moeten richten op wat bomen doen voor het klimaat. Nabuurs heeft kritiek op Luyssaerts studies: "Sebastiaan maakt gebruik van een model, waarbij niet alleen CO2 meegenomen wordt, maar ook andere processen, zoals de fysieke opwarming door bomen en het water dat via verdamping door de bomen weer terugkomt in de atmosfeer. Daar is hij zwaar voor bekritiseerd. Eigenlijk streept hij het ene tegen het andere effect weg." Sebastiaan Luyssaert concludeerde samen met een groep andere onderzoekers op basis van die modellen dat bomen sinds 1750 geen extra CO2 opgenomen hebben, maar misschien zelfs bijdroegen aan het broeikaseffect. Nabuurs vindt die conclusie nogal stellig: "De modellen die voor dat onderzoek gebruikt werden, zijn erg onzeker en werden bovendien toegepast op een erg groot gebied. Ik denk dat het allemaal erg onzeker is of die conclusie de juiste is, maar goed, er zijn ook andere visies."

In de verschillende akkoorden staat beschreven dat bomen moeten helpen met het oplossen van het klimaatprobleem. Maar is dat wel realistisch? Sebastiaan Luyssaert, systeemecoloog en professor aan de VU Amsterdam en Gert Jan Nabuurs en Bas Lerink, bosonderzoekers van Wageningen University & Research zijn het niet met elkaar eens over een antwoord op deze vraag. Hieronder worden hun argumenten naast elkaar gelegd. Klik op de witte vlakken voor hun argumentatie.

WUR

Bas Lerink is het met Luyssaert eens dat je niet alleen naar CO2 moet gaan kijken: "Bij een goede inpassing van bosaanleg wordt al rekening gehouden met de waterhuishouding van bos en bomen en het effect daarvan op omliggende percelen." Gert-Jan Nabuurs vindt desondanks dat bomen wel zouden kunnen helpen het klimaatprobleem op te lossen: "Bomen nemen CO2 op en naar mijn mening hebben bomen daarom een uiterst positief effect op het klimaat. Zolang een boom leeft, neemt hij CO2 op." Toch vindt Nabuurs niet dat er gestopt moet worden met het kappen van bomen: "Afhankelijk van de boomsoort begint de snelheid van koolstofvastlegging na 70, 80, misschien 120 jaar wel wat af te nemen. Op het moment dat bomen ouder beginnen te worden en minder beginnen te groeien, is dat vanuit bosbouwkundig perspectief hét moment om een boom te kappen. De koolstof blijft dan deels nog vastliggen in je kapafval, de takken en dergelijke, en een deel van de koolstof blijft in de houtproducten zitten die ervan gemaakt worden."

Lerink & Nabuurs

Bas Lerink is het met Luyssaert eens dat je niet alleen naar CO2 moet gaan kijken: "Bij een goede inpassing van bosaanleg wordt al rekening gehouden met de waterhuishouding van bos en bomen en het effect daarvan op omliggende percelen." Gert-Jan Nabuurs vindt desondanks dat bomen wel zouden kunnen helpen het klimaatprobleem op te lossen: "Bomen nemen CO2 op en naar mijn mening hebben bomen daarom een uiterst positief effect op het klimaat. Zolang een boom leeft, neemt hij CO2 op." Toch vindt Nabuurs niet dat er gestopt moet worden met het kappen van bomen: "Afhankelijk van de boomsoort begint de snelheid van koolstofvastlegging na 70, 80, misschien 120 jaar wel wat af te nemen. Op het moment dat bomen ouder beginnen te worden en minder beginnen te groeien, is dat vanuit bosbouwkundig perspectief hét moment om een boom te kappen. De koolstof blijft dan deels nog vastliggen in je kapafval, de takken en dergelijke, en een deel van de koolstof blijft in de houtproducten zitten die ervan gemaakt worden."

Luyssaert

Sebastiaan Luyssaert is van mening dat de mate waarin hout CO2 vast blijft houden regelmatig wordt overschat: "Bij het gebruik van hout wordt er vaak heel optimistisch gerekend. Het lijkt vaak alsof we al onze problemen zouden kunnen oplossen met het gebruik van hout. Het wordt echter vaak gebruikt voor dingen die maximaal twee jaar 'leven': papier, karton, verpakkingen, dat soort zaken, dus met een hele korte levensduur. Dus als je hout oogst, is alles twee jaar later weer terug in de atmosfeer. Daardoor heb je eigenlijk geen klimaateffect." Maar hoe zit het dan met houtproducten die langer meegaan, zoals meubels? "Meubels gaan langer mee, maar ik denk dat we daar vaak het idyllische plaatje bij hebben van de meubels van onze grootouders, die één keer in hun leven een voleiken kast kochten en daar dan de rest van hun leven mee deden. Ik wil niet zeggen dat meubels tegenwoordig wegwerpproducten zijn, maar de levensduur is wel veel korter", stelt Luyssaert.

VU Amsterdam

Sebastiaan Luyssaert is van mening dat de mate waarin hout CO2 vast blijft houden regelmatig wordt overschat: "Bij het gebruik van hout wordt er vaak heel optimistisch gerekend. Het lijkt vaak alsof we al onze problemen zouden kunnen oplossen met het gebruik van hout. Het wordt echter vaak gebruikt voor dingen die maximaal twee jaar 'leven': papier, karton, verpakkingen, dat soort zaken, dus met een hele korte levensduur. Dus als je hout oogst, is alles twee jaar later weer terug in de atmosfeer. Daardoor heb je eigenlijk geen klimaateffect." Maar hoe zit het dan met houtproducten die langer meegaan, zoals meubels? "Meubels gaan langer mee, maar ik denk dat we daar vaak het idyllische plaatje bij hebben van de meubels van onze grootouders, die één keer in hun leven een voleiken kast kochten en daar dan de rest van hun leven mee deden. Ik wil niet zeggen dat meubels tegenwoordig wegwerpproducten zijn, maar de levensduur is wel veel korter", stelt Luyssaert.

Lerink

Bas Lerink onderschrijft de bewering dat er vaak te positief gerekend wordt met het blijven zitten van CO2 in hout niet: "Voor een van onze onderzoeken, 'Kan uitstel van houtoogst bijdragen aan CO2-mitigatie?', is gebruikgemaakt van een model dat rekening houdt met de verschillende toepassingen van hout. Dit model houdt ook rekening met de korte levensduur van enkele toepassingen, zoals papier en karton. Dus met betrekking tot onze analyses deel ik die bewering niet." De uitkomsten van dat onderzoek lijken aan te tonen dat producten van hout wel degelijk nuttig zijn voor het klimaat: "Uit de analyse bleek dat het beter was om hout te oogsten in bepaalde bostypes dan om niet meer te oogsten. Dit komt door de koolstof die nog in de planken en balken opgeslagen zit en de emissies die er vermeden worden doordat er minder beton, staal en plastic gebruikt hoeft te worden", vat Lerink samen.

WUR

Bas Lerink onderschrijft de bewering dat er vaak te positief gerekend wordt met het blijven zitten van CO2 in hout niet: "Voor een van onze onderzoeken, 'Kan uitstel van houtoogst bijdragen aan CO2-mitigatie?', is gebruikgemaakt van een model dat rekening houdt met de verschillende toepassingen van hout. Dit model houdt ook rekening met de korte levensduur van enkele toepassingen, zoals papier en karton. Dus met betrekking tot onze analyses deel ik die bewering niet." De uitkomsten van dat onderzoek lijken aan te tonen dat producten van hout wel degelijk nuttig zijn voor het klimaat: "Uit de analyse bleek dat het beter was om hout te oogsten in bepaalde bostypes dan om niet meer te oogsten. Dit komt door de koolstof die nog in de planken en balken opgeslagen zit en de emissies die er vermeden worden doordat er minder beton, staal en plastic gebruikt hoeft te worden", vat Lerink samen.

Luyssaert

Sebastiaan Luyssaert trekt de conclusie uit het onderzoek van Lerink in twijfel: "In berekeningen zie je vaak dat een zonnepaneel ervoor zorgt dat er minder fossiele brandstoffen worden uitgestoten. Dat is niet juist, omdat een zonnepaneel er ook voor zorgt dat er luxeconsumptie komt die er normaal niet was geweest. Voor hout geldt dat ook, kijk naar een open haard om je huis te verwarmen: mensen gaan de haard nu ook aansteken voor de gezelligheid en niet puur voor het verwarmen. Er is dus kans dat de vorige energiebron efficiënter was en zorgde voor minder emissies." Volgens Luyssaert zou er bij het opstellen van een strategie om het klimaatprobleem op te lossen, meer aandacht moeten zijn voor de oorzaak van het probleem: "We hebben een klimaatprobleem. Niet door het feit dat we iets verkeerd hebben gedaan met onze bossen. We hebben dit klimaatprobleem door het gebruik van fossiele brandstoffen. Dus als we hieruit willen raken, moeten we waarschijnlijk iets aan die fossiele brandstoffen doen en geen waanzinnige dingen doen met de bossen om zo uit de problemen te komen."

VU Amsterdam

Sebastiaan Luyssaert trekt de conclusie uit het onderzoek van Lerink in twijfel: "In berekeningen zie je vaak dat een zonnepaneel ervoor zorgt dat er minder fossiele brandstoffen worden uitgestoten. Dat is niet juist, omdat een zonnepaneel er ook voor zorgt dat er luxeconsumptie komt die er normaal niet was geweest. Voor hout geldt dat ook, kijk naar een open haard om je huis te verwarmen: mensen gaan de haard nu ook aansteken voor de gezelligheid en niet puur voor het verwarmen. Er is dus kans dat de vorige energiebron efficiënter was en zorgde voor minder emissies." Volgens Luyssaert zou er bij het opstellen van een strategie om het klimaatprobleem op te lossen, meer aandacht moeten zijn voor de oorzaak van het probleem: "We hebben een klimaatprobleem. Niet door het feit dat we iets verkeerd hebben gedaan met onze bossen. We hebben dit klimaatprobleem door het gebruik van fossiele brandstoffen. Dus als we hieruit willen raken, moeten we waarschijnlijk iets aan die fossiele brandstoffen doen en geen waanzinnige dingen doen met de bossen om zo uit de problemen te komen."

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

Sebastiaan Luyssaert gaat niet in mee met de stelling dat bomen ingezet moeten worden bij het halen van de klimaatdoelstellingen, al erkent hij dat bomen koolstof vast kunnen leggen: "Bossen slaan koolstof op en daar hoef je weinig voor te doen. Daarom krijgt het veel aandacht van de pers en willen landen bomen ook inzetten om onze problemen op te lossen. Hierbij wordt echter vaak vergeten dat je land in een bepaalde conditie moet brengen om bomen te laten groeien." Luyssaert geeft aan dat bomen water en energie nodig hebben. Dit heeft volgens hem ook effect op het klimaat: "Kijk, een boom is niet super precies, die gaat bijvoorbeeld meer licht absorberen dan nodig is. Daardoor moet hij weer afkoelen. Een van de manieren om dat te doen, is door de warmte in de atmosfeer te brengen. Als je daar ook rekening mee gaat houden, dan is het klimaateffect van het bosbeheer hier minimaal." Luyssaert komt daarom tot de volgende conclusie: "Het is waarschijnlijk beter om onze aandacht te richten op wat we met onze bossen willen om de biodiversiteit te beschermen of om hout te produceren, dan gefocust te zijn op die minimale klimaatbijdrage van ons bos."

Sebastiaan Luyssaert is kritiek wel gewend: "Ik heb tot nu toe heel weinig kritiek gekregen van mensen die dezelfde berekeningen doen. Ik heb heel veel kritiek gekregen van mensen die de berekeningen niet kunnen of niet willen doen." Ter verdediging van zijn modellen vergelijkt hij bomen met de economie: "Als je economische groei wilt, kun je ervoor kiezen om de productie te verplaatsen naar China. Maar wij vinden dat je niet alleen moet kijken naar kosten, maar ook naar arbeidsomstandigheden en of het gebeurt zonder schade aan het klimaat. Voor bomen is dat hetzelfde verhaal: je kunt enkel kijken naar CO2, maar dan wordt het een soort boekhoudkundig verhaal." Het Klimaatakkoord van Parijs gaat volgens Luyssaert ook verder dan uitstoot alleen: "The Paris Agreement gaat over de ambitie om de klimaatopwarming te beperken tot anderhalve graad en niet over het verminderen van CO2-uitstoot. We weten dat we de opwarming kunnen beperken door minder CO2 uit te stoten of door CO2 op te slaan. Als we dit doen met een natuurlijke installatie, bossen, waarvoor veel land nodig is, dan moet je naast CO2 ook rekening houden met hoeveel water we daarvoor gebruiken en hoeveel energie we opslaan op het land. Ik ben ervan op de hoogte dat deze zienswijze niet door iedereen gesteund wordt, zeker ook omdat het ervoor zorgt dat de rol van bos daardoor minder belangrijk wordt en ook de financiering voor dat soort onderzoek vermindert", sluit Luyssaert af.

Bas Lerink is een voorstander van het inzetten van bomen bij het oplossen van het klimaatprobleem: "Ik ben ervan overtuigd dat bomen belangrijke spelers zijn om uiteindelijk te voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Ze zijn niet alleen belangrijk voor de CO2-vastlegging in levende biomassa, maar ook voor de toevoer van hout. Dat wordt een erg belangrijke grondstof in de bio-economie."

Gert-Jan Nabuurs is dat niet met hem eens. Hij vindt dat we ons wel degelijk ook zouden moeten richten op wat bomen doen voor het klimaat. Nabuurs heeft kritiek op Luyssaerts studies: "Sebastiaan maakt gebruik van een model, waarbij niet alleen CO2 meegenomen wordt, maar ook andere processen, zoals de fysieke opwarming door bomen en het water dat via verdamping door de bomen weer terugkomt in de atmosfeer. Daar is hij zwaar voor bekritiseerd. Eigenlijk streept hij het ene tegen het andere effect weg." Sebastiaan Luyssaert concludeerde samen met een groep andere onderzoekers op basis van die modellen dat bomen sinds 1750 geen extra CO2 opgenomen hebben, maar misschien zelfs bijdroegen aan het broeikaseffect. Nabuurs vindt die conclusie nogal stellig: "De modellen die voor dat onderzoek gebruikt werden, zijn erg onzeker en werden bovendien toegepast op een erg groot gebied. Ik denk dat het allemaal erg onzeker is of die conclusie de juiste is, maar goed, er zijn ook andere visies."

Bas Lerink is het met Luyssaert eens dat je niet alleen naar CO2 moet gaan kijken: "Bij een goede inpassing van bosaanleg wordt al rekening gehouden met de waterhuishouding van bos en bomen en het effect daarvan op omliggende percelen." Gert-Jan Nabuurs vindt desondanks dat bomen wel zouden kunnen helpen het klimaatprobleem op te lossen: "Bomen nemen CO2 op en naar mijn mening hebben bomen daarom een uiterst positief effect op het klimaat. Zolang een boom leeft, neemt hij CO2 op." Toch vindt Nabuurs niet dat er gestopt moet worden met het kappen van bomen: "Afhankelijk van de boomsoort begint de snelheid van koolstofvastlegging na 70, 80, misschien 120 jaar wel wat af te nemen. Op het moment dat bomen ouder beginnen te worden en minder beginnen te groeien, is dat vanuit bosbouwkundig perspectief hét moment om een boom te kappen. De koolstof blijft dan deels nog vastliggen in je kapafval, de takken en dergelijke, en een deel van de koolstof blijft in de houtproducten zitten die ervan gemaakt worden."

Sebastiaan Luyssaert is van mening dat de mate waarin hout CO2 vast blijft houden regelmatig wordt overschat: "Bij het gebruik van hout wordt er vaak heel optimistisch gerekend. Het lijkt vaak alsof we al onze problemen zouden kunnen oplossen met het gebruik van hout. Het wordt echter vaak gebruikt voor dingen die maximaal twee jaar 'leven': papier, karton, verpakkingen, dat soort zaken, dus met een hele korte levensduur. Dus als je hout oogst, is alles twee jaar later weer terug in de atmosfeer. Daardoor heb je eigenlijk geen klimaateffect." Maar hoe zit het dan met houtproducten die langer meegaan, zoals meubels? "Meubels gaan langer mee, maar ik denk dat we daar vaak het idyllische plaatje bij hebben van de meubels van onze grootouders, die één keer in hun leven een voleiken kast kochten en daar dan de rest van hun leven mee deden. Ik wil niet zeggen dat meubels tegenwoordig wegwerpproducten zijn, maar de levensduur is wel veel korter", stelt Luyssaert.

Bas Lerink onderschrijft de bewering dat er vaak te positief gerekend wordt met het blijven zitten van CO2 in hout niet: "Voor een van onze onderzoeken, 'Kan uitstel van houtoogst bijdragen aan CO2-mitigatie?', is gebruikgemaakt van een model dat rekening houdt met de verschillende toepassingen van hout. Dit model houdt ook rekening met de korte levensduur van enkele toepassingen, zoals papier en karton. Dus met betrekking tot onze analyses deel ik die bewering niet." De uitkomsten van dat onderzoek lijken aan te tonen dat producten van hout wel degelijk nuttig zijn voor het klimaat: "Uit de analyse bleek dat het beter was om hout te oogsten in bepaalde bostypes dan om niet meer te oogsten. Dit komt door de koolstof die nog in de planken en balken opgeslagen zit en de emissies die er vermeden worden doordat er minder beton, staal en plastic gebruikt hoeft te worden", vat Lerink samen.

Sebastiaan Luyssaert trekt de conclusie uit het onderzoek van Lerink in twijfel: "In berekeningen zie je vaak dat een zonnepaneel ervoor zorgt dat er minder fossiele brandstoffen worden uitgestoten. Dat is niet juist, omdat een zonnepaneel er ook voor zorgt dat er luxeconsumptie komt die er normaal niet was geweest. Voor hout geldt dat ook, kijk naar een open haard om je huis te verwarmen: mensen gaan de haard nu ook aansteken voor de gezelligheid en niet puur voor het verwarmen. Er is dus kans dat de vorige energiebron efficiënter was en zorgde voor minder emissies." Volgens Luyssaert zou er bij het opstellen van een strategie om het klimaatprobleem op te lossen, meer aandacht moeten zijn voor de oorzaak van het probleem: "We hebben een klimaatprobleem. Niet door het feit dat we iets verkeerd hebben gedaan met onze bossen. We hebben dit klimaatprobleem door het gebruik van fossiele brandstoffen. Dus als we hieruit willen raken, moeten we waarschijnlijk iets aan die fossiele brandstoffen doen en geen waanzinnige dingen doen met de bossen om zo uit de problemen te komen."

In de politiek is er weinig consensus te vinden over wat nou het beste bomenbeleid is. We maakten een 'rondje langs de velden' en peilden bij alle partijen van de Tweede Kamer wat zij vinden wat er moet gebeuren rondom bomen en bos. Klik op een logo en het standpunt van de betreffende partij verschijnt.

U bevindt zich op Route:

A

Terug naar begin

"Bosbeleid behoort niet tot de beleidsspeerpunten van 50PLUS", deelt persvoorlichter Renate van Iperen mede. Wel vindt 50PLUS dat bestaande natuurgebieden zoveel mogelijk moeten worden beschermd en ook moeten worden opengesteld voor publiek. De partij is van mening dat je natuur moet kunnen beleven en dat die natuur daarom gemakkelijk toegankelijk moet zijn.

"Voor de SP is het van cruciaal belang dat er extra wordt geïnvesteerd in bos en natuur in Nederland. Dit met het oog op de doelen uit het Klimaatakkoord en zeker ook met het oog op het uitbreiden van het schaarse groen in Nederland", zegt fractiemedewerker Landbouw, Natuur, Dierenwelzijn en Voedselkwaliteit, Stijn Vat. Vat verwijst naar het Nationaal Bomenplan dat de partij samen met GroenLinks heeft ingediend. In dit plan staat onder meer dat er 17 miljoen bomen bij moeten komen. De SP vindt dat in het huidige bosbeleid te veel ruimte is gelaten voor vervuilende industrie en veehouderij. De partij stelt dat er extra bosgebied zou moeten komen, dat grootschalige kap zoveel mogelijk vermeden moet worden en dat de natuur op sommige plaatsen meer de ruimte moet krijgen om zijn gang te gaan. "De Nederlandse natuur is in onze ogen al jaren het kind van de rekening. De grootschalige natuurbezuinigingen die tijdens eerdere kabinetten onder leiding van staatssecretaris Bleker zijn doorgevoerd, hebben gezorgd voor een grote ecologische kaalslag. Die kaalslag moet nu worden omgezet in een inhaalslag", besluit Vat.

D66 laat via beleidsmedewerker Natuur, Landbouw en Openbaar Vervoer, Esmée Koelink weten dat de partij bosonderhoud zeer belangrijk vindt. “Niet alleen omdat bossen CO2 opslaan, maar ook omdat ze vele dieren- en plantensoorten herbergen en omdat ze een drager van de economie zijn door het voortbrengen van hout.” Koelink zegt verder dat het verwijderen van bomen soms positief kan zijn voor de biodiversiteit. Toch is D66 van mening dat het bosareaal weer toe moet nemen. “Wanneer er ergens bomen weggehaald worden, moeten ze ergens anders weer terugkomen”, stelt Koelink. De afspraken uit het Klimaatakkoord en de Bossenstrategie zijn volgens Koelink een stap in de goede richting, maar “er moeten nog verdere stappen worden gezet, bijvoorbeeld op Europees niveau. Nederland zou zich moeten inzetten voor strengere Europese bossenwetgeving.”

De Partij voor de Dieren vindt dat bomen een belangrijke rol vervullen als het gaat om grondwaterbeheer, zuurstofproductie en koolzuurgasopname. Daarom vindt de partij dat bomen niet zomaar gekapt mogen worden. De politie zou volgens de partij meer prioriteit moeten geven aan aangiften van illegale kap. Moeten bomen toch gekapt worden, dan zeker niet voor de winning van biomassa. De partij stelt dat de winning van biomassa niet duurzaam is. Bovendien wordt er vervuilend transport ingezet bij deze vorm van energieproductie.

Voordat de Bossenstrategie bekend werd gemaakt, ontwikkelde GroenLinks samen met de SP een eigen Bomenplan, zo laat beleidsmedewerker Landbouw, Natuur, Water en Economische Zaken, Anneke Rooth weten. Hierin staat onder andere de wens om 100.000 hectare bomen te planten. Volgens de partij zijn dat minimaal 17 miljoen bomen, voor iedere Nederlander één. Dit plan gaat veel verder dan de 37.000 hectare die erbij moet komen volgens de Bossenstrategie. GroenLinks ziet bomen als een belangrijke schakel om het klimaatprobleem op te lossen. Daarom wil de partij ook dat er subsidie gegeven wordt aan boeren die bos aanplanten.

Tweede Kamerlid William Moorlag laat namens de PvdA weten dat de partij de maatregelen rondom bomen en bos in het Klimaatakkoord steunt. "Het bosareaal in Nederland moet worden vergroot. Dat draagt bij aan het verminderen van het broeikaseffect, maar draagt ook bij aan het behoud en herstel van natuurwaarden, die in Nederland onder druk staan en het draagt bij aan het verbeteren van het woonmilieu", vertelt Moorlag. Moorlag laat verder weten dat de partij ook vindt dat bossen gebruikt moeten kunnen worden voor de winning van biomassa. De partij stelt daarvoor wel enkele voorwaarden: "Het moet beter en zorgvuldiger gebeuren dan nu en de aangroei van biomassa moet groter zijn dan de omvang van de winning om geen CO2-schuld op te bouwen."

De ChristenUnie verwijst naar het vorige verkiezingsprogramma van de partij. Daarin staat dat bomen een belangrijke bijdrage aan de klimaataanpak leveren. De partij wil dat grote bospercelen alleen gekapt mogen worden als het weloverwogen gebeurt, bijvoorbeeld in het kader van heideherstel. De ChristenUnie vindt bovendien dat er zoveel mogelijk herplanting plaats moet vinden.

Ondanks herhaaldelijke verzoeken om mee te werken aan deze inventarisatie, heeft Forum voor Democratie daar geen gehoor aan gegeven.

"De VVD onderschrijft het Klimaatakkoord, dus ook de afspraken over bomen en bos", zegt VVD-medewerker Thijs Kruger. De partij ziet desondanks nog kansen om particulieren, ondernemers en maatschappelijke organisaties meer te betrekken bij het natuurbeleid. Daarnaast wil de VVD dat er meer mogelijkheden komen om recreatie in bosgebieden mogelijk te maken, zonder dat het overbodige hinder oplevert voor dieren en planten. Voor natuur in de stad en natuurinclusief bouwen ziet de VVD ook mogelijkheden: "De aanplant van nieuwe bomen in de stedelijke omgeving kan bijdragen aan een prettig leefklimaat", stelt Kruger.

Ondanks herhaaldelijke verzoeken om mee te werken aan deze inventarisatie, heeft DENK daar geen gehoor aan gegeven.

Aizo Lijcklama van het CDA vertelt dat zijn partij achter de afspraken rondom bomen en bos in het Klimaatakkoord staat: "Het zal in Nederland misschien geen groot verschil maken qua uitstoot, maar groen is ook belangrijk voor een gezonde leefomgeving." Het CDA vindt dat de discussie over het planten van bomen niet zozeer zou moeten gaan over het aantal hectare aan bos, maar meer over het aantal bomen dat erbij moet komen: "Er moet meer groen komen in steden en dorpen en dat mag niet ten koste gaan van landbouwgrond", aldus Lijcklama. "We zullen dan goed om moeten gaan met de beperkte ruimte in Nederland."

Ondanks herhaaldelijke verzoeken om mee te werken aan deze inventarisatie, heeft de PVV daar geen gehoor aan gegeven.

"Bomen slaan CO2 op en kunnen op deze manier een bijdrage leveren aan het halen van de klimaatdoelstellingen", meldt beleidsmedewerker Hans Maljaars namens de SGP. "We vinden het daarentegen heel onverstandig om op grote schaal bomen te kappen om biomassa te verstoken in energiecentrales. Dat vinden we onvoldoende duurzaam." Volgens de SGP worden er te vaak stukken bos helemaal kaalgekapt. De partij vindt het problematisch dat bij deze kaalkap de strooisellaag verwijderd of aangetast wordt en dat hierbij ook CO2 vrijkomt. De SGP pleit voor aanvullende maatregelen rondom bos in de vorm van meer steun voor agroforestry. Dit is een vorm van landgebruik waarbij het beheer van bomen of planten wordt gecombineerd met landbouw of veeteelt.

"Bomen slaan CO2 op en kunnen op deze manier een bijdrage leveren aan het halen van de klimaatdoelstellingen", meldt beleidsmedewerker Hans Maljaars namens de SGP. "We vinden het daarentegen heel onverstandig om op grote schaal bomen te kappen om biomassa te verstoken in energiecentrales. Dat vinden we onvoldoende duurzaam." Volgens de SGP worden er te vaak stukken bos helemaal kaalgekapt. De partij vindt het problematisch dat bij deze kaalkap de strooisellaag verwijderd of aangetast wordt en dat hierbij ook CO2 vrijkomt. De SGP pleit voor aanvullende maatregelen rondom bos in de vorm van meer steun voor agroforestry. Dit is een vorm van landgebruik waarbij het beheer van bomen of planten wordt gecombineerd met landbouw of veeteelt.

Volop beweging

Grote machines en kettingzagen met ronkende geluiden. Een lange boom van tientallen meters stort naar beneden. Maar bomen zijn toch goed voor ons? Waarom kappen we massaal bomen in de wereld en op welke schaal gebeurt dat in Nederland? Hoogleraar Europees Bos Gert Jan Nabuurs van de Universiteit Wageningen vindt in ieder geval dat we in Nederland te veel hebben gekapt de afgelopen jaren en als we naar het cijfermateriaal van Wageningen Environmental Research (WER) kijken, blijkt het bosareaal, totale bosoppervlakte van Nederland, inderdaad te zijn afgenomen. In 2018 bleek zelfs dat er in verhouding meer bos gekapt werd in Nederland dan in het Amazonegebied van Brazilië.

In dit gedeelte komt het volgende aan bod:-Boosheid-Redenen voor afname bomen- Plannen van de provincies uit het Noordoosten van Nederland- Omslag-- Natuurherstel, een complexe materie- Kritiek op het bosbeleid- Bomenkap in de praktijk zorgt voor frictie- Op de goede weg?

lees meer

lees meer

lees meer

lees meer

lees meer

lees meer

lees meer

lees meer

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Boosheid

Stel je voor dat je als kind jarenlang hebt gespeeld in een park. Je hebt tikkertje gespeeld met vrienden en je hebt je bijna achter iedere boom verstopt om ervoor te zorgen dat je niet als eerste gevonden werd. Jaren later hoor je dat alle bomen worden neergehaald. Dan steekt dat en doet het pijn als je jeugdsentiment wordt weggehaald. Dit is een geschetste situatie, maar er zijn voorbeelden genoeg waar een groep mensen protesteren tegen de kap. Een voorbeeld hiervan is het ‘bomenkerkhof’ langs de A29 van begin dit jaar. De actie had te maken met het plan om vijf windturbines te plaatsten aan de weerszijden van de Heinoordtunnel. Daarvoor moesten meer dan duizend bomen neergehaald worden. Het bomenkerkhof is een ludieke actie en het is niet het enige voorbeeld van protestacties tegen bomenkap. Recent werd bekend dat de gemeente Enschede van plan is om 42 bomen te kappen langs de Lasondersingel in verband met veiligheidsrisico's. Dat riep wederom veel weerstand op bij buurtbewoners. Bij veel mensen roepen bomen blijkbaar emoties op.

Stop de bomenkap!

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Ontwikkeling bomenkap in Nederland

Er is wel degelijk reden tot boosheid en kritiek, want het bosareaal is in Nederland van 2013 tot 2017 afgenomen. Daarbij gaat het om 5400 hectare bos. Dat zijn ongeveer 3.602 voetbalvelden. Het vakblad Natuur, bos en landschap heeft in 2017 deze cijfers van Wageningen Environmental research gepubliceerd. De provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland zijn geen uitzondering op de regel. Ook daar constateren we als onderzoeksteam een afname van de bomen. De oorzaken van de afname zijn goed te achterhalen. In hetzelfde rapport staat dat veel bos wordt omgevormd tot andere soorten natuur, zoals heide en zandverstuivingen. Dit zijn de zogenaamde natura2000-gebieden. (Hier later meer over.) Ook wordt een groot deel weer vervangen door landbouwgrond, omdat sommige bossen van tijdelijke waren. Deze bossen vielen onder een subsidieregeling van 1986. Daardoor zijn de bomen weggehaald om ervoor te zorgen dat de grond weer als landbouwgrond kan fungeren. Ook spelen infrastructuur en woningbouw een rol. Omdat ook hier oppervlaktes met bomen worden opgeofferd. De vraag is nu of dit in hetzelfde tempo door blijft gaan. Of wordt er toch een andere weg ingeslagen?

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Wat is de situatie in het Noordoosten van Nederland?

Wat is de situatie in het Noordoosten van Nederland Hoe zit het met de bomen in het Noordoosten van Nederland. Kunnen recreanten nog wel genieten van ‘hun’ bomen en natuur. Het compenseren van bomenkap is erg belangrijk. Dus zijn daar plannen in voor aanplant? Of zit de trend van kap toch door?

Overijssel

Drenthe

Friesland

Groningen

Gelderland

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Ondanks meerdere pogingen, hebben we helaas geen reactie van de provincie Groningen gekregen.

Friesland In Friesland wordt er intussen gewacht op dat landelijke bosplan, Medewerkster van de provincie Fryslân, Ettienke Bakker reageerde via een schriftelijke reactie: ”Provincie Fryslân is, samen met verschillende partners, (gemeenten, terreinbeheerders, grondeigenaren) op dit moment in kaart aan het brengen wat de mogelijkheden zijn om meer CO2 vast te leggen. Dit is een van de acties die hoort bij het Klimaatakkoord. Dit kan onder meer door de aanleg van nieuw bos, maar er zijn ook andere mogelijkheden.” Achter de schermen wordt er dus volop gewerkt aan een plan, maar we kunnen constateren dat de provincie Friesland achter ligt op bosbeleid dan de bosrijke provincies Noord-Brabant en Overijssel.

In de provincie Overijssel blijft de kap, in mindere mate doorgaan. Woordvoerder van de provincie Herman Dorgelo vertelt wat de plannen zijn in Overijssel: “De totale verwachte kap in de 24 Natura 2000-gebieden in Overijssel (ook na 2021) is circa 1000 ha. Specificeren is moeilijk, wij hebben alleen totaaloverzichten. Het uitzoeken van hoeveel hectare per jaar per gebied is erg arbeidsintensief. Essentieel om hierbij te vermelden is dat we met terugwerkende kracht de boskap compenseren.” “In Natura 2000-gebieden beschermen en versterken we kwetsbare en bijzondere planten en dieren. De gebieden moet herstelt, versterkt en beschermt worden en vaak moeten de bomen daarvoor wijken: Dorgelo is zich bewust van de weerstand die de kap kan oproepen: “Inwoners van Overijssel maken zich zorgen over de boskap in Natura 2000-gebieden. Mensen zijn gehecht aan bos en bomen in de eigen omgeving. Het is goed om te zien dat veel mensen betrokken zijn bij ‘hun’ natuur. Overijssel onderzocht met partners of de beoogde doelen ook zijn te halen door middel van minder boskap. Na dat onderzoek is de kap teruggebracht tot wat strikt noodzakelijk is voor het herstel van Europese natuurdoelen.” Naast de compensatie wil de provincie dat er 1,1 miljoen bomen geplant gaan worden voor 2024. Alle initiatieven worden daarin meegeteld. De provincie stelt zelf 44 ha beschikbaar. “Er komt nog een landelijke bosplan vanuit Den Haag, dus er zullen nog meer hectares worden geplant. Daarvoor wordt nu een analyse gedaan naar waar grote aantallen bomen kunnen komen. Dit verkennen we met name met groot grondbezitters, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer”, aldus Dorgelo.

De provincie Drenthe lijkt de trend een beetje te doorbreken. Volgens Hein Alkema, beleidsmedewerker natuur, heeft het bosoppervlak daar weer de stijgende lijn te pakken: “In de periode tussen 1996 en 2016 is in Drenthe 2689 ha blijvend bos aangelegd. In dezelfde periode is 848 ha tijdelijk bos aangelegd en deze bossen zijn inmiddels weer gekapt. (Subsidieregeling) De laatste tien jaar is de jaarlijkse bosuitbreiding in Drenthe teruggelopen. Dit is overigens geheel in overeenstemming met de politieke ambities die golden bij de aanleg van deze tijdelijke bossen. Over een periode van 20 jaar is er dus een netto bosuitbreiding op landbouwgronden geweest van 2689 ha.” Alkema vervolgt: “Voor de omvorming van bossen naar lage vegetaties is in Drenthe het nodige bos gekapt. Vanaf 2017 geldt dat wanneer bos gekapt werd, het volgens de Natura 2000-doelstellingen ook gecompenseerd moest worden. Dit is ook gebeurd. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat Staatsbosbeheer de mogelijkheid had om de compensatie in andere provincies uit te voeren. In de Wet Natuurbescherming is een vrijstelling van de meldings- en herplantplicht opgenomen voor boskap als dat nodig is ter uitvoering van een instandhoudingsmaatregel op grond van een Natura 2000-gebied. Vanaf 1 januari 2017 is met vrijstelling ongeveer 100 ha gekapt en er staat nog een dergelijke oppervlakte op de nominatie om gekapt te worden. In het kader van de Bossenstrategie is de afspraak gemaakt dat deze bossen gecompenseerd worden.”

In Gelderland zijn ze vooral druk met de biodiversiteit in stand te houden. Er zijn in de provincie vijftien Natura 2000-gebieden. Deze oppervlaktes wil de provincie zo goed mogelijk beschermen, herstellen en versterken. Samen met de Rijksoverheid is afgesproken om voor 2027 10.500 hectare nieuwe natuur aan te leggen. Op de website van de provincie valt te lezen dat ze zich volop bezighouden met het in standhouden van de biodiversiteit en het controleren van de stikstofuitstoot. Er zijn er ook plannen om bomen aan te planten. De provincie wil 100.000 bomen en struiken door heel de provincie gaan planten. De plannen moeten zo bijdragen aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Het gaat hier echter wel om 99.500 struiken en 500 bomen. Vorig jaar werd ditzelfde plan ook al eens uitgevoerd.

Omslag

Er is verandering gaande. De provinciale besturen zitten niet stil. Maar er zijn nog wel obstakels waar rekening meegehouden moeten worden.Simon Klingen is een specialist als het gaat om bosbeheer. Hij loopt al ruim 40 jaar rond in het bos en is bekend van zijn cursussen Hoogdunning. Klingen is op dit moment bezig met een boekje genaamd Bos & Klimaat. Op basis van feiten en cijfers wordt daar de situatie van bomen in connectie met klimaat en biodiversiteit in Nederland geschetst. Dit wordt ondersteund door allerlei bosinstanties zoals Natuurmonumenten en Unie van Bosgroepen. En als we dan zover zijn gekomen om echt vele hectares bos weer aan te planten, zodat we later veel groen in onze omgeving hebben, moet men wel echt rekening houden met natuurlijke selectie. Klingen laat weten dat dat proces een belangrijk aspect is: “Als je op 1 hectare 4000/5000 bomen wilt gaan planten, gaat meer dan de helft ongeveer wegvallen. Minder dan de helft wordt echt een grote boom. Vaak komt dit door lichtgebrek en sommige bomen groeien sneller dan de ander.”

Simon Klingen

De provincie Noord-Brabant had een eigen bosstrategie ontwikkeld. 40 miljoen nieuwe bomen moesten geplant worden. Het klonk als een goed initiatief, maar uiteindelijk blijven er maar 4 miljoen over die echt groot worden, omdat veel bomen vroegtijdig doodgaan. Klingen pleit voor toekomstbomen. Dat wil zeggen dat de bosbeheerder zelf bomen selecteert die zijn ‘favoriete’ bomen zijn. Dan zorgt hij er zelf voor dat die bomen vrij baan krijgen. Zo kunnen de toekomstbomen sneller en stabieler groeien. In een gemengd bos is deze methode bijna onmisbaar, omdat de beheerder zelf de variatie qua soorten kan bepalen.

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Natuurherstel

Imke Boerma, woordvoerder Staatsbosbeheer

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Één van de oorzaken van bomenkap is natuurherstel. We hebben het al eerder besproken, maar het blijft lastig en misschien ook wel een beetje gek. In Brussel is er besloten dat de biodiversiteit bevorderd moet worden, omdat het niet goed gaat met de ‘bloemetjes en de bijtjes.’ Daarvoor zijn overal in Europa Natura 2000-gebieden aangewezen, ook in Nederland. Deze gebieden moeten ‘hersteld’ worden. Dat natuurherstel moest binnen het natuurareaal uitgevoerd worden, omdat dat hier zo is bepaald door de hoge heren. Het uiteindelijke doel is om planten-en dierensoorten te helpen, want verschillende soorten hebben het namelijk lastig door de stikstofneerslag in deze gebieden. Natuurherstel was en is dus nodig, maar het bos werd er de dupe van. Dat zit zo: als men een natuurgebied kapt en er worden op diezelfde plek nieuwe flats gebouwd, moet het natuurgebied ergens anders geplant worden om het te compenseren. Nu worden de bomen neergehaald voor een ander natuurgebied. Dan was het niet wettelijk verplicht om die bomen elders te planten, want een natuurgebied maakt plaats voor een ander natuurgebied. Als we dan terug gaan naar het verhaal rond het natuurherstel en de kap van bomen, komt het erop neer dat het bosareaal automatisch afneemt, doordat de bomen worden vervangen door een open gebied, zoals heide.

Imke Boerma, woordvoerder van Staatsbosbeheer zegt dat er nu plannen zijn gemaakt om de ‘schade’ weer in te halen en te compenseren: ”Het bos dat we de laatste jaren hebben gekapt, gaan we na overleg met de provincies, met terugwerkende kracht, compenseren. Dat staat los van de 5000 hectare nieuw bos, die we binnen tien jaar willen planten. Naar mijn mening was het slimmer geweest om natuurherstel buiten het natuurareaal te doen, want dan creëer je nieuwe natuur. Nu vervang je het alleen en dan verdwijnt er sowieso iets”, aldus Boerma.

Kritiek

Hoogleraar Europees Bos Gert-Jan Nabuurs

Hoogleraar Gert-Jan Nabuurs vindt dat er een verkeerde beslissing is gemaakt door het natuurherstel binnen het natuurareaal te realiseren. “Het is een bureaucratische beslissing geweest. Vanuit Brussel zijn er doelen opgesteld, die moeten uiteraard gehaald worden, daarom is besloten om de open terreinen terug te brengen, omdat die bij Nederland horen. Maar doordat je dat gaat realiseren binnen het natuurareaal, lever je inderdaad natuur in. En in dit geval is dat vooral bos geweest.” Nabuurs vervolgt: “Natuurlijk wordt de kap wel gecompenseerd door al die bosstrategieën en nieuwe plannen. Dat is wel positief. Nabuurs plaatst echter wel een flinke kanttekening, want de biodiversiteit, die in bossen zat, ben je kwijt. Alle eekhoorntjes en egels zijn ook verdwenen uit de bossen: “Het duurt erg lang voordat je die biodiversiteit van het bos terug hebt.

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

De Sallandse Heuvelrug

Een voorbeeld van een natura2000-gebied is de Sallandse Heuvelrug. Een groot nationaal park in de provincie Overijssel. Een ideaal gebied voor recreanten. Wandelen, fietsen en mountainbiken. Er is veel mogelijk, maar achter de schermen speelt er van alles. Er is een groot oppervlakte gekapt voor de biodiversiteit. En niet iedereen kan dat appreciëren.. Verder heeft het park, dat zo’n ongeveer 35 km² beslaat last van ziektes. Kees Jan Westra is boswachter in dit gebied. Hij laat zien op vier verschillende locaties zien wat er zoal speelt in het natuurgebied.

U bevindt zich op Route:

B

Terug naar begin

Ziektes

Letterzetter slaat toe in Nederland en roeit veel Nederlands bos uit. Westra weet er helaas van alles van. Ook in ‘zijn’ bos slaat de kever toe. Westra legt uit wat de letterzetter precies doet: "Een letterzetter is een kleine kever, die uitstekend tegen droogte en warmte kan. De kever vreet zich een weg direct onder het schors en onderbreekt daardoor de sapstroom van de boom. Daardoor kan de boom binnen een paar weken doodgaan. Fijnsparren zijn daar voornamelijk gevoelig voor." Landelijk is dit een groot probleem en de letterzetter is niet de enige boosdoener in de Nederlandse bossen. Essentakkensterfte is een akelige ziekte waar de bomen in Nederland mee te maken hebben. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel, die oorspronkelijk afkomstig is uit Azië. Sinds 2010 heeft Nederland te maken met deze ziekte. Druk hieronder op de knop om erachter te komen wat Essentaksterfte in Nederland heeft gedaan.

Boswachter Kees Jan Westra

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

"In de zesde bosinventarisatie is geschat dat er in Friesland en Groningen circa 660 en 1871 hectare essen in de bossen stond. Ik ben heel benieuwd hoeveel hiervan nog over is in de komende inventarisatie", zegt Paul Copini van de Universiteit Wageningen Hij weet veel van de essentakkensterfte, die nog niet overal heeft toegeslagen: "Onder andere in de buurt van Leeuwarden zag ik toch dat er nog gezonde essen hebben staan." Staatsbosbeheer is de strijd met de ziekte aangegaan. Copini legt het strijdplan uit: "We proberen de schimmel tegen te gaan door ervoor te zorgen dat er meer soortelijk bos komt.” Dat wil zeggen dat er meer variatie komt, zodat een groot perceel bomen niet helemaal ziek wordt, omdat er dan andere soorten staan de niet vatbaar zijn voor het virus. Essentaksterfte kwam vooral veel voor in vochtige bossen, daar is veel hectare verloren gegaan."

Zure heide

Het gaat slecht met de heide op de Sallandse heuvelrug. Heide is op zich zelf een mooi natuurverschijnsel met in het voorjaar veel kleuren, Maar door de vele stikstofuitstoot in Nederland gaat het dus slecht. Westra heeft een bijzondere vergelijking voor in petto: “Ik vergelijk het wel eens met een vaas vol met bloemen. Als je daar een schuit natuurazijn in doet, blijft niet veel van die bloemen over. Zo zuur is het eigenlijk ook op de Sallandse heuvelrug.” Staatsbosbeheer neemt zelf al op vele manieren maatregelen tegen deze gang van zaken: “We maaien, branden, we brengen steenmeel aan en bekalken de heide. We doen een heleboel om die heide in stand te houden met de planten- diersoorten die daarbij horen. Voor veel diersoorten is het van belang om verbinding te hebben met het open omliggende landschap.

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

“Naast het bos hier, is een kruidenrijke akker, waar los van het gewas ook nog andere bloemen in staan. Om de verbinding met het open landschap te maken, hebben wij het plan om de ‘muur’ van bomen te kappen om zo die verbinding te realiseren. En die kap wil nog wel eens weerstand oproepen vanuit de publieke opinie.

Frictie

“We kappen als Staatsbosbeheer altijd met een doel. Mensen denken weleens dat we het voor het geld doen, maar dat is absoluut niet de insteek", aldus Westra, die later wordt aangesproken op de kap van 60 hectare bos. "Ik kan mij de emoties heel goed voorstellen. Die mevrouw is hier in de omgeving opgegroeid. Zij kent het gebied niet anders dan dat dit allemaal bos was. Maar we moeten ons wel houden aan de opgave. Je kunt het bekijken vanuit je hoofd, maar ook vanuit je hart. Ik begrijp dat daar vaak wel discussie over bestaat, maar ik vind het wel jammer dat die discussie zich weleens verhard.” We zien op de foto rechtsonder dat Westra naar een kale vlakte wijst. Twee jaar geleden is hier een kleine 60 hectare aan bos gekapt om die verbinding naar de heide dus te realiseren. De kale vlakte lijkt heel groot, maar uiteindelijk komt het neer op maximaal 3% van het totale bosoppervlak van de Sallandse Heuvelrug: “Ik kan mij voorstellen dat mensen denken: ‘Wat hebben ze in vredesnaam gedaan?’ Maar we weten als Staatsbosbeheer dat hier over een aantal jaar een prachtige heide hebben. De heideplantjes zijn nog jaren kiemkrachtig, dus die komen spontaan weer op.”

Boswachter Kees Jan in discussie met een voorbijgangster

Bekijk hier wat de gevolgen waren voor Natuurmonumenten toen zij wilden gaan kappen op De Sallandse Heuvelrug

lees meer

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Ook Natuurmonumenten beheert natuur op De Sallandse Heuvelrug. Natuurmonumenten was van plan veel bomen te kappen in het natuurgebied. Nadat dit plan bekend werd en de werkzaamheden in volle gang waren, ontstond er veel weerstand vanuit de publieke opinie en de eigen achterban. Uiteindelijk is er besloten om het omvormingsproject anders en kleinschaliger aan te pakken. Als we naar een reactie van Natuurmonumenten vragen, verwijzen ze naar hun eigen website. Daaruit blijkt dat Natuurmonumenten voor nieuwe klimaatbossen is, bossen die puur voor de opname van CO2 worden geplant. Tegelijkertijd geven ze ook aan dat ze blijven kappen. Dit doen ze wel in mindere mate en ze gaan per geval bekijken of het echt nodig is. Ze kappen om kwetsbare natuur te laten overleven en om bos dat bestemd was voor de houtproductie om te vormen naar meer natuurlijk bos.

Nieuw bos

Maar de bomen zijn weg. Hoe compenseert Staatsbosbeheer deze kap? Los van de compensatie, waar we al eerder over hebben gesproken, wil Staatsbosbeheer dus nog eens 5000 hectare nieuw bos extra gaan planten. Dat gebeurt op kleine graslandjes waar nog niet eerder bos heeft gestaan: “We zijn druk in de weer om kleine percelen te vinden, maar dat valt nog niet mee. Het is lastig om locaties te vinden in Nederland, omdat elk gebied van Staatsbosbeheer een natuurdoeltype heeft, dus we kunnen niet zomaar een blauwgraslandperceel inruilen voor bomen. We hebben nu in Overijssel ongeveer 35 hectare nieuw bos aangeplant, maar dat gebeurt, net als hier, op kleine percelen van ongeveer vier hectare. Die 5000 hectare nieuw bos compenseert ruimschoots alle natuurwerkzaamheden.”

Het bos in Nederland is dus volop in beweging en dat kan leiden tot scheve blikken bij omwonenden. Door alle werkzaamheden voor natuurherstel van de afgelopen tijd, is er enorm veel gebeurd in het bos. Westra snapt dat er commotie is over het huidige beleid: "Ons beleid is niet echt veranderd als je puur kijkt naar de klimaatdoelstellingen en de biodiversiteit. Ons doel is om goed voor de natuur in Nederland te zorgen, maar doordat we alles tegelijk moeten doen, kan dat wel eens tot uitdagingen leiden in relatie tot de publieke opinie. Als je je huis verbouwt, is alles ook niet gelijk zoals je wilt. Verbouwen kost tijd."

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Op de goede weg?

Er is veel besproken en er is veel gezegd. De begrippen: natuurherstel, klimaatdoelstellingen en biodiversiteit zij allemaal voorbij gekomen. Ook hebben we de nieuwe plannen besproken, is het genoeg? Gert-Jan Nabuurs vindt dat het een stap in de goede richting is. Een kleine stap: “De ambitie zoals uitgesproken in de nationale Bossenstrategie is een toename van het bosareaal met 37.000 ha in 2030. Dat betekent een uitbreiding van het huidige bosareaal met ongeveer 10%. Dat is mijns inziens niet ‘massaal’, maar past goed bij landelijke ambities op het gebied van klimaatmitigatie en natuurontwikkeling.” Ook geeft Nabuurs aan dat de ambitieuze plannen van Staatsbosbeheer echt nut hebben en niet te laat komen: “Daarin wordt een flinke ambitie op het gebied van bosaanleg uitgesproken (2500 ha in de komende 5 jaar). Daarnaast wordt ook gekeken naar het vernatten van veengebieden en het verbeteren van condities in Natura 2000-gebieden. Het sluit goed aan bij andere overkoepelende plannen, zoals de nationale bossenstrategie en komt dus geenszins te laat." En dus kunnen nog steeds en later nog meer wandelen, fietsen of mountainbiken in onze Nederlandse bossen.

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

B

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

Lees meer

De heide, mooi maar wat is het nut? Dit onmiskenbare stukje natuur, kenmerkend voor het Nederlandse landschap, is nogal eens het middelpunt van discussie tussen natuurliefhebbers en terreinbeheerders. Maar waarom? De kenmerkende struikjes die in de zomer paars kleuren, de zanderige en mulle paadjes die door de met ruw gras begroeide heuveltjes snijden en de wind die in het najaar guur over het landschap blaast. Dit levendige maar complexe ecosysteem vergt zorg en behoud door natuurorganisaties, waarbij bomen moeten wijken. Maar waarom houden we deze heide in stand? En wat heeft de heide en haar biodiversiteit voor invloed op de Nederlandse natuur? Dit zijn vragen die alleen beantwoord kunnen worden als we de ontwikkeling, het behoud en het ecosysteem van de heide begrijpen. We nemen je daarom mee op een wandeling over de heide.

De Hollandse heide

In dit gedeelte kun je het volgende verwachten:- Is de heide een cultuurlandschap?- Hoe zit het met Staatsbosbeheer en de heide?- Met welke dillemma's heb je te maken op de hei?- Draagt heide bij aan de biodiversiteit?- Een vraaggesprek met hoogleraar Frits Mohren- Wat doet heide met het klimaat?- De visie van een natuurliefhebber

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Heuvels van diversiteit

Als je op de Posbank om je heen kijkt zie je een glooiend landschap dat vooral bestaat uit paarse dwergstruikjes, enkele coniferen en zanderige grond. Op het eerste gezicht lijkt dit misschien maar een dorre boel, maar voor je zie je een ontzettend divers landschap! In Nederland lijk je de hei overal tegen te komen, maar buiten Nederland komt het landschap maar heel beperkt voor, waaronder in kustgebieden in West-Europa, zoals Normandië en Bretagne, Groot-Brittannië en Ierland. Dit komt omdat de planten, struiken en bomen die je ziet het best gedijen in een zeeklimaat met droge maar milde zomers, niet al te koude winters en niet overmatig veel regen. Dit klimaat kom je niet overal tegen. Wat de heide ook divers maakt is dat er veel verschillende diersoorten te vinden zijn. tussen de struikjes leven tal van zandhagedissen, adders en ringslangen en met een oplettend oog zal je ze misschien wel opmerken. Bovenop de heuvels van de Posbank doemen in de vroege ochtend de gestaltes van paarden op. Zelfs zij maken deel uit van de hei.

De heide die we in Nederland kennen is voor een groot deel een cultuurlandschap, wat betekent dat het door de invloed van de mens is gevormd. Natuurlijke heide ontstaat door ontkalking van duinlandschap. Deze vorm van heide zie je vooral langs de kust in Noord-Nederland.

Klik hier voor meer informatie over de ontstaansgeschiedenis van het Nederlandse heidelandschap

U bevindt zich op Route:

C

Terug naar begin

De heide als cultuurlandschap is in de Middeleeuwen ontstaan, toen de toenemende Nederlandse bevolking zorgde voor bossenkap en het laten grazen van vee in gekapte gebieden. Toen er in deze gekapte gebieden heidevegetatie ontstond, werd dit maar moeilijk in stand gehouden. Mensen lieten hun vee op de heide grazen, heidegrond werd weggegraven en verplaatst naar akkers en de bomen die opnieuw groeiden werden meteen weer gekapt voor brandhout. De constante exploitatie van de heide zorgde ervoor dat er niet opnieuw een bos kon groeien. De heide werd dus eigenlijk gebruikt als graasvelden, om vruchtbare grond te delven en te gebruiken voor de akkers en om dierenmest te verzamelen. De zandige bodem van de heide zorgde echter voor uitspoeling van vruchtbare elementen door regen en zandverstuivingen die richting landbouwgronden waaiden. Op den duur vormde heide dus een bedreiging voor zowel bosgroei als landbouw.

Staatsbosbeheer versus de hei

Dat Staatsbosbeheer tegenwoordig deels wordt ingezet om zich te ontfermen over het behoud en de ontwikkeling van hei is misschien ironisch als je kijkt naar de reden waarom Staatsbosbeheer is opgericht. Deze werd namelijk in 1899 speciaal opgericht om het heidelandschap weer om te vormen in bos. Waarom? Omdat er door de uitvinding van kunstmest geen behoefte meer was aan de schapenmest waarvoor de heide als bron diende. Rond deze tijd is juist ook de belangstelling voor het behoud van heidegebied ontstaan bij natuurliefhebbers. Zij vonden de hei namelijk een mooi en uniek stukje natuur dat bij Nederland paste. Door deze toenemende belangstelling heeft Staatsbosbeheer in de tijd besloten heidegebieden te laten staan, die weer werden overgekocht door natuurorganisatie Natuurmonumenten. Ondanks dit bestond aan het eind van de twintigste eeuw slechts 1% van Nederland uit heidelandschap. Een klein percentage, als je dit vergelijkt met het huidige percentage bos in Nederland, wat zo'n 11% is.

Title here

You can write a description here

Title here

You can write a description here

Hierboven kun je in een cirkeldiagram de hoeveelheid 'natuurareaal' in Nederland in hectares, gemeten in 2012 zien. Je ziet dat bos en grasland qua hectare de overhand hebben

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Dillemma's op de hei

Als je nu naar rechts kijkt zie je een vreemd afgegraven stuk grond in de heideheuvel. Dit is een 'geplagd stuk grond' en komt door een proces dat plaggen heet. Hierbij wordt de bovenste grondlaag van heidegrond weggehaald. Hierdoor wordt de begroeiing op de hei kort gehouden en treed er geen vergrassing op. Oftewel, wat we zien is een poging om de hei in stand te houden. Door de uitstoot van zwaveldioxide, stikstof en ammoniak (door industrie, veeteelt en verkeer) is er namelijk veel verzuring en vermesting opgetreden op de hei. Hierdoor is de heide gaan verdrogen en vergrassen, waardoor de biodiversiteit sterk afneemt en er veel verschillende planten, struiken, mossen en zelfs fauna verloren gaat. Plaggen helpt tegen de vergrassing, maar omdat het een methode is die veel geld kost, worden er vaak schapen, paarden en koeien ingezet om met hun grazen de vergrassing tegen te gaan. Dit kan alleen wel weer zorgen voor overbegrazing en dit is ook niet goed voor het heidelandschap. een derde methode is het afbranden van heidegebied. Voor veel dieren die op de hei leven is dit een hele schadelijke methode, maar het afbranden van heide trekt tegelijkertijd ook weer nieuwe dieren aan (zoals sprinkhanen) die normaal niet op de hei voorkomen. Het beheren van de heide komt dus met dillemma’s en kan veel geld kosten. Staatsbosbeheer is het meest verantwoordelijk voor het bijhouden van de hei en houdt zich dan ook met deze dillemma's bezig.

Een stuk heidegrond na het plaggen, op dePosbank, Gelderland

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Bijdrage van biodiversiteit

Maar als het behoud van de hei zoveel geld en moeite kost, waarom doen we het dan? En waarom investeren we dan niet nog meer in het behoud van bos? De belangrijkste reden waarom de hei behouden wordt, is de biodiversiteit. De biodiversiteit is simpel gezegd de verscheidenheid van planten en dieren binnen een ecosysteem. Ieder landschap heeft dus een unieke biodiversiteit. Er heerst een flink verschil tussen biodiversiteit op de heide en in het bos, wat je ook wel kunt zien als je de paarse heuvels en zandgrond van de hei vergelijkt met de groene hoge bomen van het bos in de verte. De heide is een thuisplaats voor diersoorten als zandhagedissen, heivlinders en ringslangen en deze beestjes zouden er niet zijn als de hei niet behouden werd. Als je om je heen kijkt op de Posbank zie je bijvoorbeeld hoe divers het ecosysteem van de heide eigenlijk is. Een gele bloemenstruik hier, een dikke rups daar. Er loopt zelfs een paard om de heidebegroeiing in stand te houden!

Klik op de afbeeldingen om meer te leren over de biodiversiteit

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Dit is een rups van de 'hageheld', een bruine vlindersoort die veel op de hei voorkomt. De rups voelt zich thuis tussen het dikke struikgewas van het heidelandschap. De hei is een belangrijke habitat voor de ontwikkeling en het behoud van verschillende soorten vlinders. Dit komt door het voorkomen van verschillende soorten bloemen en planten en de grote hoeveelheid zonlicht in de lente- en zomermaanden, dingen waar vlinders van houden. Helaas vindt in recente jaren veel verdroging plaats op de heide, door het dalen van de grondwaterstand (die ontstaat door de ontwatering van landbouwgrond) waardoor verschillende heidebloemen en planten verdwijnen. Dit zorgt ervoor dat vlinders wegtrekken van de heide, en dit is uiteraard slecht voor de vlinderpopulatie.

Wilde paarden op de hei zijn tegenwoordig geen vreemd fenomeen. Het lijkt misschien alsof de paarden van een manege zijn ontsnapt en vrolijk ronddartelen door het heidelandschap, maar de paarden zijn er voor een reden. Wilde paarden grazen intensief en doen zich te goed aan de vele droge grassoorten die op de hei groeien. Wilde paarden worden dus eigenlijk ingezet als een duurzame grasmaaier. Op deze manier houden paarden de hei open en zorgen zij dat de grassoorten de andere planten en bloemen niet verdringen. Ondanks dat het wilde paarden zijn, zijn ze vaak toch gewend aan wandelaars, en vormen een mooi plaatje in het landschap. Soms worden Schotse Hooglanders ook als grazers ingezet, in plaats van paarden.

Deze mooie gele bloemenstruik is een stekelbrem. Dit is een typische heideplant die het best groeit op zonnige plekken met zanderige, kalkarme en zure grond. De stekelbrem komt nog steeds veel voor, maar kent sinds 1950 een afname van ruim 75 procent. Een zorgelijk getal. De afname komt door verdroging van de hei, waardoor bepaalde planten en bloemen afnemen en verdrongen worden door dominante planten- en grassoorten. Dit laatste heet vergrassing. De stekelbrem is een slachtoffer van de vergrassing van de hei. Als er niets aan de vergrassing gedaan wordt, zul je zien dat een heidelandschap gauw een monotoon grasland wordt met minder bloemen dan eerst. Daarom is het belangrijk om de diversiteit van de hei te stimuleren.

De hei vormt een divers habitat voor veel verschillende planten- en bloemensoorten, grassen, struikjes, insecten, reptielen en zelfs zoogdieren. Veel van deze flora en fauna leeft tussen het dikke struikgewas. Kijk eens goed naar de biodiversiteit op de heide en je zult meer zien dan je denkt!

Kritisch kijken

Leuk en aardig deze biodiversiteit, maar er zijn ook tegengeluiden. Want volgens sommige mensen mag het bos in Nederland absoluut niet lijden onder het behoud van heidegebied. Duurzaamheidsstichting Urgenda maakt zich hier dan ook hard voor. Maar is de heide wel de grote boosdoener als het gaat om de bomenkap? Daar heeft hoogleraar Bosecologie en Bosbeheer Frits Mohren wel iets over te zeggen.

Mohren is hoogleraar Bosecologie en Bosbeheer op de Universiteit Wageningen en lid van de adviescommissie van Staatsbosbeheer. Mohren maakt een genuanceerde, maar kritische kanttekening over het behoud van ons heidelandschap

Moeten we ons zorgen maken over de aanleg van heide?

Hoe goed laat Staatsbosbeheer zich over heide informeren/adviseren?

Kunnen we ons heide veroorloven?

Welke afwegingen moeten we maken op het gebied van heide?

Klik op de icoontjes van de bijbehorende vragen en lees het antwoord van Mohren

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Moeten de inwoners van Noord- en Oost-Nederland zich zorgen maken om het behoud en de aanleg van heidegebied in Noord- en Oost-Nederland, aangezien deze invloed heeft op de bomenkap? Het behoud en de aanleg van heidegebied staat los van de bomenkap. De aanleg van heidegebied is een proces dat sowieso heel lastig is. De hei is ontstaan door ontbossing in het verleden en verarming van de grond. Dit heeft geleid tot de heidelandschappen in Noordwest-Europa, waar inmiddels maar kleine plukjes van over zijn. Het gaat erom dat er recentelijk discussie en commotie is geweest over het weghalen van bos voor de uitbreiding van heidevelden, niet de aanleg daarvan. Dit is vanuit een natuurbeschermingdoelstelling op kleine schaal gebeurd en was deels bedoeld om kleine plukjes hei met elkaar te verbinden. Dan kan het zijn dat terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer ervoor kiezen om heideterreinen met elkaar te verbinden, om zodanig de natuurwaarde te vergroten. Daar moeten dan af en toe een stukje bos voor wijken. Dit is een lastige afweging, want we hebben relatief gezien nog steeds een klein percentage bos in Nederland (zo’n 11%) en daar moeten we zuinig op zijn. Door uitbreiding van infrastructuur en recreatievoorzieningen (o.a. campings) wordt er steeds een beetje van het bos ‘afgeknabbeld’, waardoor het bosareaal steeds wat afneemt (zo’n 1% in de afgelopen jaren). Dit is niet heel veel, maar wel onwenselijk uit het oogpunt van bosbeheer en bosbescherming. De afname van bosareaal heeft gezorgd voor commotie omdat het bosareaal al jaren werd beschermd door de Boswet (als je ontbost, moet je dit compenseren, als je überhaupt al mocht ontbossen). Deze wet is opgegaan in de algemene Natuurwet waardoor de bescherming van het bosareaal is komen te vervallen. De nieuwe wet geeft de mogelijkheid om uit het oogpunt van natuurontwikkeling onder de compensatieplicht uit te komen. En dat is ongelukkig. De grote terreinbeheerders zoals Staatsbosbeheer zijn geschrokken van deze commotie onder natuurliefhebbers en inwoners van bosrijke regio’s en hebben aangegeven hun omvorming ter behoefte van heideterreinen elders te gaan compenseren met de aanleg van nieuw bos. Moeten de inwoners zich nu zorgen maken? Nee, maar ze moeten wel goed blijven opletten wat er met de natuur gebeurt in hun regio’s. Terreinbeheerders van deze natuur hebben ook een verantwoordelijkheid. Zij moeten zich laten horen bij natuurliefhebbers en gewone burgers en uitleggen hoe bij het beheer van bossen en andere natuurgebieden de verschillende doelstellingen kritisch tegen elkaar worden afgewogen.

U bent adviseur bij Staatsbosbeheer. In hoeverre laat Staatsbosbeheer zich adviseren bij de aanleg en het behoud van heidegebied en de bomenkap die hierdoor plaatsvindt? En welke instanties en deskundigen raadplegen zij hierbij? Grotere terreinbeheerders laten zich zo goed mogelijk informeren over wat de mogelijkheden zijn in het terrein en hoe zij hun beheer moeten inrichten. Dit gaat via informerende instanties zoals adviescommissies, contacten met deskundigen en deskundigenteams zoals uit het Overlevingsplan Bos en Natuur (vanuit het ministerie), ze zetten onderzoeken uit bij universiteiten en ze hebben natuurlijk eigen kennis en netwerken. Die sector is niet zo groot dus iedereen spreekt elkaar steeds. Terreinbeheerders zijn op algemeen niveau meestal goed geïnformeerd. Het kan natuurlijk dat een specifieke terreinbeheerder z’n eigen doelstellingen heeft en misschien niet zo goed geïnformeerd is, maar dat moet binnen de organisatie opgelost worden. Staatsbosbeheer heeft ook eigen bosadviseurs die terreinbeheerders bijstaan, en anders gaan ze bij andere mensen kennis halen.

Volgens sommige mensen is het behoud van de hei in Nederland belangrijk omdat de hei een typisch ‘Nederlands cultuurlandschap’ is. Kan de Nederlandse natuur zich zo’n cultuurlandschap veroorloven, of moeten we ons puur focussen op het halen van klimaatdoelstellingen en het verminderen van stikstof? Dit is een vraag die heel complex ligt. Er zijn veel verschillende meningen over het natuurbeheer in Nederland. Als je als Nederland de afweging maakt om je als land puur te focussen op het halen van de klimaatdoelstellingen, dan draagt een heidelandschap niet daaraan bij. Maar het gaat niet alleen om koolstof maar ook om biodiversiteit en landschap. De biodiversiteit van de hei is ook van belang, en waard om te behouden. Het behoud van heidegebied betekent meestal tamelijk intensief beheer, dus terreinbeheerders kijken daar kritisch naar. Het heidelandschap is een typisch onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap op de hogere zandgronden en waard om te behouden en te beschermen.

Als je kijkt naar de voordelen en de nadelen van het heidelandschap. Wat weegt dan zwaarder? De voordelen of de nadelen? Dat zijn haast persoonlijke afwegingen, die je als maatschappij moet bespreken. Wat is het ons waard, wat vinden we dat in dit landschap past? Maar je moet ook naar de benadering kijken. Niet: je maakt iets, en haalt het andere weg. Je moet beschermen en behouden wat je hebt en het zich dan verder laten ontwikkelen, in plaats van dat je de hele tijd het terrein opnieuw gaat inrichten.

Heide en klimaatdoelstellingen

Mohren zegt dus dat we kritisch moeten blijven kijken naar het behoud van heidegebied en bos, want heidegebied heeft ook een belangrijke bijdrage als het gaat om biodiversiteit. Maar als de hei dan zo divers is, kan de heide dan ook niet bijdragen aan de klimaatdoelstellingen? Als je nu om je heen kijkt op de Posbank, dan zie je namelijk vooral een uitgestrekt en heuvelachtig landschap waar maar een klein aantal bomen te bespeuren is. Volgens hoogleraar Gert-Jan Nabuurs hoeven we dan ook niet te rekenen op de hei als het gaat om het halen van de klimaatdoelstellingen. ‘Een bos bouwt in een hele lange tijdsperiode een heleboel koolstof op. Deze opslag blijft wel zo’n tachtig tot honderd jaar vastzitten in de bomen. Deze opslag van koolstof is waar we bij de klimaatdoelstellingen voor willen gaan. Bij heide is dit niet het geval.’ De hei kan over het algemeen dus weinig koolstof opslaan, maar Nabuurs zegt dat er wel een uitzondering is bij heidelandschappen die langs veengebied groeien. Hoewel deze gebieden weinig koolstof opnemen, ligt er wel veel oude koolstof opgeslagen in de dode planten van het veengebied en de hei eromheen. Deze soort hei moet wel behouden en beschermd worden, want anders verdroogt het en komt alle koolstof uit de dode planten weer vrij in de atmosfeer.

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

De nuance zoeken

Er komt bij het behoud van de natuur in Nederland meer kijken dan een blinde focus op de klimaatdoelstellingen. Je kunt zeggen dat er ook gekeken moet worden naar andere zaken, zoals het behoud van biodiversiteit. En dat is hier te zien op de Posbank, waar je tussen de heideheuvels genoeg planten en dieren hebt kunnen ontdekken. Toch blijft het bos aan de heuvelrand ook een mooi gezicht. Keuzes en afwegingen bij het natuurbehoud blijven dus lastig. Maar volgens Sebastiaan Luyssaert van de Vrije Universiteit Amsterdam en expert op het gebied van ecologie en klimatologie, is het bij afwegingen over het natuurbehoud, en in het bijzonder de hei, belangrijk om de nuance op te zoeken.

‘Stel dat een hectare bos supergoed is voor de koolstofopslag en zelfs jouw klimaat waanzinnig afkoelt, het laatste zou ik in twijfel trekken, het eerste niet, dan nog kan het volledig verantwoord zijn om die hectare bos te kappen en er heide van te maken, voor andere redenen. Denk bijvoorbeeld aan rustplaatsen voor trekvogels of voedselbronnen. Voor deze dingen hebben wij namelijk ook een verantwoordelijkheid.'

'Zelfs als iets goed is voor het klimaat, hoeven we het niet te doen. De wereld volledig laten bebossen is goed voor de CO2-opslag, maar goed, dan gaan we wel dood van de honger. In Nederland is het ook erg belangrijk dat we afwegingen moeten blijven maken. We hebben namelijk ook verantwoordelijkheid op het gebied van behoud van biodiversiteit.’

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Hei uit jong perspectief

Wat weet je over de hei?

Ben je een natuurliefhebber?

Moet de hei beschermd worden?

Zie je verandering op de hei met vroeger?

Meer bos of meer hei?

Klik op de icoontjes om de antwoorden te zien

U bevindt zich op Route:

Terug naar begin

C

Ruben Derksen, student Watermanagement, woont in Arnhem en loopt graag door natuurgebied De Posbank. 'Voor mij is het dichtbij en ik maak graag van een wandeling over de Posbank. Ik geniet van de natuur op de heide.' We lopen met hem mee over de zandpaadjes en vragen hem als jonge 'genieter van de hei' om zijn perspectief op het heidegebied en zijn mening als het gaat om het behoud hiervan. We willen immers een breder beeld krijgen van de belangstelling voor de heide, en daar heeft onze jonge wandelaar natuurlijk ook belang bij.

Ben je een natuurliefhebber? Ik zou mijzelf niet als natuurliefhebber bestempelen. Wel vind ik het leuk om af en toe te wandelen of te fietsen door een bos of over de Posbank. Ik doe dat om van de natuur te genieten, maar niet om op zoek te gaan naar specifieke flora en fauna.

Waarom denk je dat het belangrijk is om de heide te behouden en beschermen? Heide is de eerste soort natuur in Nederland. Heide heeft een grote cultuurhistorische waarde. Daarom is het belangrijk om te behouden.

Zie je verandering op de heide vergeleken met vroeger? Heide wordt tegenwoordig niet meer gebruikt als landbouwgrond, maar maakt nu deel uit van de ecologische hoofdstructuur.

Zou je liever meer bos willen dan heide in Nederland, meer heide, of het behouden zoals het is? Het lijkt mij goed zoals het is met de verdeling tussen bos en heide in Nederland. Met de klimaatverandering is bos van groter belang geworden. Heide moet niet ten koste gaan van bos, alleen omdat bomen meer CO2 opnemen dan planten.

Wat weet je over de heide in Nederland? Heide groeit op arme en schrale grond en de bekendste soorten heide zijn dopheide en struikheide. Heide is een pionierssoort. Dat betekent dat het landschap dichtgroeit als er geen onderhoud aan gepleegd wordt. Heide en berken zijn vaak samen te vinden.

Heide, nuttig of niet?

1. De heide maakt een klein deel uit van de Nederlandse grond, maar moet desondanks goed gecontroleerd worden op behoud en ontwikkeling2. De heide is een habitat voor heel veel verschillende planten, bloemen, dieren en andere organismen. Door de gevarieerde biodiversiteit van de heide is dit het waard om te behouden en te beschermen.3. De heide draagt weinig tot niet bij aan het halen van de klimaatdoelstellingen, maar zorgt hierbij ook amper voor uitstoot van CO2.4. 'Meer heide' of 'meer bos' is een kwestie waarbij complexe, kritische en soms haast persoonlijke afwegingen komen kijken en waarbij apart naar iedere regio met heide gekeken moet worden door deskundigen, terreinbeheerders en inwonenden van de regio.

U bevindt zich op Route:

C

Terug naar begin

We komen aan bij het einde van onze wandeling. Maar wat kunnen we uiteindelijk over dit landschap concluderen? Als we kijken naar wat de heide te bieden heeft, wat het nut is van het behoud van de heide, en wat de positie is van heide in vergelijking met bos, dan kunnen we het volgende zeggen:

Het beheren van natuur blijft een kwestie van lastige afwegingen maken. Beslissingen kunnen onder andere gevolgen hebben voor het klimaat, de biodiversiteit, de houtproductie, een groene leefomgeving en het landschap. Hier, op het eindpunt van dit virtuele natuurgebied, hopen wij dat we je wat bij hebben kunnen brengen over deze complexiteit van die afwegingen. - Lieuwe Wiegersma, Thijs Menke & Arjen Visser -